- Nijmegen leeg, roze drukte op het parcours
Teilen water gaan erdoor, jongeren hebben de supersoakers in de aanslag, dankbaar zijn de lopers. Even een plens water over het verhitte lijf. De warmste dag van de Vierdaagse 2017 is het, de bestrating reflecteert minstens 40 graden woestijnhitte. Maar monter slingert dat menselijke lint van kilometers lengte zich rond het middaguur door de regio.
Een Française roept alleen maar ’oui, chaud’, een Deen wappert illustratief voor zijn voorhoofd, en een Amerikaanse soldaat vindt het ’hot’. Natasja, die 50 kilometer loopt, heeft geen tijd voor een praatje: „Ik wil voor de echte hitte binnen zijn. De dood of de gladiolen.” Wandelaars sjokken door, de stoïcijnse blik op oneindig: De Wedren.
Wopke en Feikje blijven – samen met hun dochter en kleinzoon – naar verluidt prima overeind en op de been. Het lijkt er op dat zij ook hun 14de(!) kruisje wel weer zullen halen.
„Heet is het, nou! Maar langs de hele route staat water. Drinkwater, vernevelaars, tuinslangen, badjes, waterpistolen. Afkoeling genoeg. Wij lopen rustig door.”
Waren gisteren de hoofden van de lopers vuurrood en bezweet, vandaag zal de temperatuur – naar verwachting – aangenamer zijn. Niet verkeerd, want de derde marsdag is traditioneel de zwaarste dag van de Nijmeegse Vierdaagse. Bij de een staat hij bekend als ‘de dag van Groesbeek’, bij de ander als ‘de Zeven Heuvelen Dag’. Die naam wordt ontleend aan de beruchte Zevenheuvelenweg.
De route loopt deze dag ten zuiden van Nijmegen aan de oostzijde van de Maas. Via Mook en Milsbeek wordt de klim ingezet naar Groesbeek. De 50 kilometerlopers en de militairen maken bij Milsbeek een extra lus waarbij eerstgenoemden ook Gennep en Ottersum aan doen.
Van Groesbeek gaat de route via de Zevenheuvelenweg naar Berg en Dal en vandaar terug naar Nijmegen. Halverwege de Zevenheuvelenweg stoppen de ‘mannen in uniform’ bij de Canadese militaire begraafplaats om een eerbetoon te brengen aan de gesneuvelde militairen in de Tweede Wereldoorlog.
Pieter Pottenkijker kikkert de wandelaars nog eens op: “Een lui mens is als een steen die in het slijk ligt: wie hem opneemt moet de handen wassen.”